Soms vind je iets bijzonders als je archieven ordent en inventariseert.
Onze collega Erich Stapersma beschrijft het archief van de voormalige gemeente Ambt Delden over de jaren 1820-2000. In dat archief deed hij een mooie ontdekking. In een van de dossiers zaten brokstukken van een vliegtuig. En niet zomaar een vliegtuig. Daar zit een indrukwekkend verhaal achter.
Deze brokstukken zijn de overblijfselen van een Spitfire van het 16e squadron van de Royal Air Force, die op 19 november 1944 opsteeg vanuit Brussel om foto’s te nemen van vliegvelden van het gebied in de omgeving van Rheine in Duitsland. Het toestel kreeg problemen met de motor, de vlammen en rook kwamen uit de uitlaten. De piloot, Jimmy Taylor, sprong met zijn parachute uit het vliegtuig en overleefde wonderbaarlijk de sprong. Hij maakte een barre tocht via Delden, Zutphen en Rhenen en bereikte de Rijn, maar werd uiteindelijk door de Duitsers gevangen genomen en naar een krijgsgevangenenkamp bij Barthe, aan de Oostzee, gestuurd. Hij is daar uiteindelijk door de Russen bevrijd op 1 mei 1945. Na de oorlog is Jimmy Taylor teruggekeerd naar Engeland, waar hij in het onderwijs ging werken.
Omdat de piloot destijds onvindbaar bleef namen de Duitsers negen mensen in gijzeling en executeerden ze eerst een Bornse jongen en een week later drie onschuldige buurtgenoten op de plek waar de Spitfire is neergekomen, in buurtschap Het Hesseler in Borne, nabij Ambt Delden. Op 28 augustus 1991 heeft Jimmy Taylor een plaquette mogen onthullen op de plek waar de Spitfire is neergekomen.